26 maart 2025
Hoe ben je van het ziekenhuis bij KINASE terechtgekomen?
“Tijdens mijn klinische werk kwam ik regelmatig tijdrovende handelingen of omslachtige processen tegen, maar had ik door de hoge werkdruk geen ruimte om mij hierin te verdiepen. Tegelijkertijd merkte ik dat ik energie kreeg van analyseren, organiseren en resultaat boeken. Ik ben toen gaan kijken naar mogelijkheden buiten de kliniek en zo bij KINASE terecht gekomen.”
Je doet nog steeds promotieonderzoek. Hoe combineer je dat?
“Ik werk fulltime bij KINASE en doe mijn promotieonderzoek daarbuiten. Het vraagt om een strakke planning en intrinsieke motivatie om ook mijn promotie af te maken, maar ik doe het graag. Mijn onderzoek kijkt naar NF2-gerelateerde schwannomatosis, een zeldzame en invaliderende aandoening waarbij elk stukje onderzoek kan bijdragen aan betere zorg.”
Wat is voor jou het grootste verschil tussen wetenschappelijk onderzoek en de aanpak bij KINASE?
“De tijdshorizon. In de medische wetenschap werk je vaak maanden tot jaren aan een onderzoek voordat je impact ziet, terwijl wij ons bij KINASE richten op kortere projecten met tastbare resultaten of oplossingen op de vloer.”
Zijn er ook overeenkomsten tussen beide werelden?
“Zeker! Mijn huidige werk en onderzoek doen vragen allebei om analytisch denken, organisatorisch inzicht en een kritische blik. In de wetenschap analyseer je data om diagnostische of therapeutische uitkomsten te achterhalen; bij KINASE doe je hetzelfde, maar dan om bijvoorbeeld wachtrijen aan patiënten op te lossen. Mijn nieuwsgierigheid om te begrijpen en te verbeteren verbindt beide.”
Wat moest je loslaten toen je de overstap maakte van het ziekenhuis naar ons?
“In de zorg wordt je ondersteund door protocollen en richtlijnen, of geeft wetenschappelijk bewijs houvast. In consultancy zijn er ook modellen en patronen inzetbaar, maar moet je leren vertrouwen op je eigen inzichten en aanpak. Dat was zeker wennen.”
Hoe kijk je nu terug op je keuze?
“Het was een leerzaam en enerverend jaar. Ik heb verschillende projecten gedaan, van het geven van trainingen tot het analyseren van werkprocessen en leiden van een team. Ervaren dat je een team of afdeling een stap verder helpt, geeft een voldaan gevoel. Een beetje zoals een goed afgeronde behandeling!”
Wat zou je artsen adviseren die twijfelen over een stap buiten de patiëntenzorg?
“Onderzoek op basaal niveau wat je leuk vindt aan het werk. Is dat het vlot samenwerken met collega’s, het oplossen van vraagstukken of een helpende hand bieden? Veel artsen zijn sterk verbonden aan hun witte jas, maar de vaardigheden die je in de zorg ontwikkelt zijn op vele andere manieren in te zetten. Dit begreep ik pas toen ik met collega’s buiten de ziekenhuismuren in gesprek raakte.”